De stad Haarlem, Nederland, heeft een prijs van ƒ100.000 uitgeloofd voor de persoon die een zwarte tulp kan kweken, waardoor er concurrentie ontstaat tussen de beste tuiniers van het land om het geld, de eer en de roem. Alleen de oudste inwoners van de stad herinneren zich de Tulpenmanie dertig jaar geleden, en de burgers storten zich op de concurrentie. De jonge en burgerlijke Cornelius van Baerle is daar bijna in geslaagd, maar wordt plotseling in de gevangenis van Loevestein geworpen. Daar ontmoet hij Rosa, de mooie dochter van de gevangenisbewaker, die zijn troost en hulp zal zijn en uiteindelijk zijn redder zal worden.